Image and video hosting by TinyPic




zaterdag 13 februari 2010

economie Belgie

De productiviteit van de Belgische werknemers[20] is een van de hoogste ter wereld. De Belgen staan er ook om bekend dat ze aanzienlijke bedragen investeren in een eigen - liefst zelfgebouwde - woning, maar aangezien de bouwgronden alsmaar schaarser worden (de bevolkingsdichtheid bedraagt 341,1/km² (2009)), beleeft de renovatiesector gouden tijden.

De gezinsgrootte in België is de laatste tijd weer licht gestegen. De vruchtbaarheidsgraad ligt op 1,79 kinderen per vrouw waardoor België minder geconfronteerd wordt met een verouderende bevolking dan andere landen in Europa.[21]: 15 procent is ouder dan 65 jaar. De levensverwachting ligt op 75 jaar voor de mannen en 81 jaar voor de vrouwen.

De kwaliteit van de Belgische gezondheidszorg behoort tot de beste ter wereld[22] en volgens een enquête vindt bijna 80 procent van de Belgen dat ze in zeer goede gezondheid verkeren[bron?].

Wat de levensstandaard betreft zijn er ongelijkheden tussen de inwoners van de verschillende gewesten; het Vlaams Gewest is financieel gezien rijker dan Wallonië [23].

De Belgische bevolking bestaat voor bijna een miljoen uit immigranten[24]. Een eerste grote golf inwijkelingen waren Italianen die in Wallonië en Limburg in de mijnen kwamen werken. De politicus Elio Di Rupo stamt daarvan af. Na de Mijnramp van Marcinelle in 1956 leverde Italië geen gastarbeiders meer en volgde een nieuwe golf Marokkanen en Turken die vanaf de jaren 1960 de tekorten op de arbeidsmarkt kwamen invullen. Bovendien woont er ook een gemeenschap uit de vroegere kolonie Belgisch-Kongo vooral in de Matongewijk te Brussel.
Groei

* Opmerking: inwoneraantal x 1000
* Bron:NIS - Opm:1846 t/m 1970=volkstellingen; vanaf 1980= inwoneraantal op 1 januari

België telde 10.666.866 inwoners op 1 januari 2008.[25] Het Vlaams Gewest telt daar een aandeel van 6,1 miljoen inwoners, het Waals Gewest van 3,4 miljoen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van ruim 1 miljoen.[26]

In vergelijking met andere Europese landen is de Belgische bevolking traag gegroeid: 4,5 miljoen in 1850, bijna 7 miljoen in 1900, 10,2 miljoen in 2000.[27] Ter vergelijking: de Nederlandse bevolking groeide van een derde minder (3 miljoen in 1850) tot meer dan de helft meer (16 miljoen in 2000).

De groei is sinds 1989 vooral te danken aan de sociale bevolkingsgroei. Het positieve migratiesaldo is goed voor 2/3 van de totale bevolkingsaanwas, tegenover 1/3 als gevolg van natuurlijke bevolkingsgroei.

Deze groei is per gewest en provincie sterk verschillend geweest. Terwijl de bevolking van België in zijn geheel over de periode 1846-2008 toenam met een factor 2,2 was dit voor het Vlaams Gewest 2,61, voor het Waals Gewest 1,96 en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 5,22. In het Waals Gewest is de groei vanaf 1930 tot 2008 beperkt gebleven (15%) en deze is dan nog grotendeels te wijten aan de immigratie vanuit het buitenland. In het Vlaams Gewest heeft de groei ook daarna doorgezet (47% voor dezelfde periode). De sterke groei in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was tot de Tweede Wereldoorlog vooral het gevolg van de binnenlandse migratie, waarna de stadsvlucht die optrad in de 2e helft van de 20e eeuw slechts opgevangen werd door immigratie vanuit het buitenland en het inwoneraantal ongeveer stabiel bleef. Slechts sinds 1996 groeit de bevolking er weer en nu zelfs sneller dan het nationaal gemiddelde. Dit is het gevolg van buitenlandse immigratie en een hoger geboortecijfer bij de allochtone bevolking,[28] want de binnenlandse migratie vertoont nog steeds een negatief saldo. Behalve in het Brussels Gewest kennen ook de provincies Waals-Brabant en Luxemburg recent een sterker dan gemiddelde groei die vooral te wijten is aan economische migratie door de aantrekkingskracht van Brussel en Luxemburg.
.